Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want indien gijlieden [4]deze zaak [5]ernstiglijk zult doen, zo zullen door de poorten van dit huis koningen ingaan, zittende den [6]David op zijn troon, rijdende op wagens en op paarden, [7]hij, en zijn knechten, en zijn volk. 4. Of, dit woord. 5. Hebreeuws, doende doen zult. 6. Dat is, in Davids plaats. 7. De koning, die er zijn zal.